BURKINA FASO:

DE « MISSION CATHOLIQUE »

VAN  DORI

Pater Willy Burm is missionaris in Burkina Faso sinds 1962. Hij heeft al die tijd in het Mossi-land ten Oosten van Ouagadougou gewerkt., met name in de Bisdommen Koupéla en Kaya, Maar nu al deze missieposten en Parochies aan de plaatselijke Burkinese Priesters zijn toevertrouwd, moesten de Missionarissen van Afrika hun paters en broeders herverdelen, of groeperen: vanwege het sterk verminderde aantal dat nog werkzaam is in Burkina.

POST UIT BURKINA FASO

Zo  trokken de Witte Paters zich terug uit de parochie van Bulsa, en Willy Burm met hén - om plaats te maken voor de eigen Afrikaanse Clerus, en werd Willy in Dori benoemd, in het Noorden van het land.  Maar laten we hem zelf aan het woord:

          PATER WILLY BURM TE DORI

“DORI heeft en speciale aantrekkingskracht. Ik verblijf al vier en veertig jaar in Burkina Faso, maar was nog nooit in Dori geweest, terwijl bijna al mijn buitenlandse bezoekers er wèl geweest waren. Bijna iedereen wilde naar Dori, de poort van de woestijn, gaan. En heb ik hen steeds een auto met chauffeur ter beschikking gesteld om er naar toe tetrekken. Maar zelf was ik er nooit geweest, totdat ik er in 2006 benoemd werd. Op dat moment heeft bijna iedereen me gevraagd: “maar wat heb jij gedaan dat je in Dori benoemd bent?”

Dori was namelijk vooral bekend omdat het een soort verbanningsoord geworden was.  Eerst voor politieke gevangenen, maar verder ook voor veel functionarissen, die men weg wilde werken, omdat ze “vaak” een beetje te lastig waren voor de een of andere regeringsleider.

Ik heb er nu enkele maanden doorgebracht en weet al, dat er verschillende functionarissen zijn, die zo gauw mogelijk proberen om weer weg te gaan, maar natuurlijk kan dit niet zó maar, wanneer men er pas benoemd is. Meestal, zoals ook elders, moet men er minstens drie jaar doorgebracht hebben.

DE “VENNEN” VAN DORI

Dori ligt in het hoge noorden van Burkina

Dori is een stad met duizenden “mares” (ondiepe waterplassen). Ik zag rond Dori -  want ik kwam er in de regentijd - grote vlakten met gras: het leek wel Nederland met  al die groene weiden. Maar dat gras stond nu juist op die ondiepe watervlakten. Een heel enkele keer zag men alleen wat water, omdat het er iets dieper was, en het gras zodoende niet boven het water uit kon komen, maar dat was heel zeldzaam.

Op die vlakten zag je dan ook vaak veel koeien, schapen, en geiten. Het gras schijnt zeer voedzaam te zijn voor de dieren, ook als het verdroogt; immers na de regentijd blijft er niet lang water meer in de “mares” staan. In de droge tijd gaan dieren dan vaak dood vanwege het gebrek aan water, maar niet door gebrek aan voedsel.

Ook zie je ze “grazen” op zandvlakten waar je eigenlijk geen gras meer ziet staan, zodat je jezelf afvraagt: “maar wat eten die dieren toch buiten die enkele grassprieten?” Welnu, veel stenen, zoals ook  op de asfaltwegen, waar kleine steentjes gebruikt worden als deklaag, schijnen zout te bevatten, wat de dieren dan “grazen” of beter gezegd “likken”.

DE BEVOLKING VAN DORI

De bevolking is over het algemeen betrekkelijk “rijk”, juist vanwege de veeteelt: koeien, schapen en geiten. Maar ze zijn “arm”, omdat men geen koe zal slachten of verkopen om bijvoorbeeld medicijnen te kopen voor vrouw of kinderen. Het ziekenhuis is dan ook “onderbevolkt” in Dori.

De plaatselijke bevolking is voor bijna 100% moslim, en toch is  Dori  een stad met zeer veel varkens, en dat is verboden vlees volgens de Islamgewoonte! Maar dit probleem wordt dan omzeild: de “Porc au four” (geroosterd varkensvlees) dat de slager verkoopt, heet hier dan “mouton au four” (geroosterd schapenvlees)  en dan is het voor de moslim geen probleem om varkensvlees te kunnen eten..!

Dori is een stad: men zegt dat er misschien wel 20.000 (twintig duizend) mensen wonen. In elk geval kan men zeggen, dat er heel wat scholen zijn; er is een douanepost, en een politiebureau, een ziekenhuis met personeel; leraren voor het College, onderwijzers voor de lagere scholen, veeartsen enzovoorts. Al deze mensen komen van elders, en velen van hen zijn ook katholiek.

Zo hebben wij dus alleen maar “functionarissen” als “gelovigen” in onze parochie; en zodoende zijn er iedere zondag wel tussen de 3 à 4 honderd mensen in de kerk aanwezig. Er is dus heel wat werk te verzetten om al deze mensen op te vangen.

Natuurlijk heb je dan óók de vrouwen van al die functionarissen, die ook in de kerk komen, met hun kinderen. Veel van deze vrouwen hebben zelf geen “baan”. De mannen echter wèl, maar zoals we weten zijn het niet altijd de beste kerkgangers. En zó komen we dan tot de conclusie dat er toch heel wat mensen in de stad Dori wonen.

DE KATHOLIEKE  MISSIE

Dori, als parochie bestaat 45 jaar en is opgericht in 1961. Jammer genoeg hebben we nog geen enkele catechumeen of doopleerling van de plaatselijke bevolking. Deze bestaat uit de zgn. “Peulen”, oftewel bekend onder de naam “Fulani”, die eigenlijk allemaal moslim zijn. Het voornaamste werk van de Parochie is dus het apostolaat voor de functionarissen te organiseren, evenals voor hun familie.

Zodoende hebben we toch nog ongeveer 150 catechumenen, kinderen, vrouwen en mannen, die voor de catechese naar de kerk komen. Ik zelf geef les aan degenen, die alleen maar MOORE spreken, en had tot nu toe slechts 7 catechumenen, die zich dan voorberteiden om op het eind van het jaar het doopsel en het vormsel te ontvangen.

In Dori zelf hebben we geen enkele officiële catechist, maar het zijn allemaal vrijwilligers die het parochie- en catechese-werk doen; vaak vrouwen van functionarissen, maar ook hun mannen zelf. De meeste catechese groepen, en de schoolkinderen, worden allemaal in het Frans onderwezen. Je kunt eigenlijk zeggen, dat alles in het Frans gedaan wordt: de Eucharistievieringen, de homilie, en ook de catechese.

Waar nodig wordt alles wel vertaald door iemand die de plaatselijke taal kent, wat een onderwijzer, of verpleegster kan zijn.

CATECHISTEN EN STUDENTEN

Wij hebben echter wèl zes officiële catechisten in de bijstaties, die allemaal op meer dan 60 kilometer van Dori verwijderd liggen. Ook daar wordt alles in het Frans gedaan door  ons, en werk je met een tolk, die alles dan weer vertaalt. Dat kan de catechist zijn, ofwel een van de gelovigen. In de bijstaties heb je echter veel minder “gelovigen”, want daar zijn de functionarissen minder talrijk.

We hebben veel contact met studenten, die bij ons op de missie komen studeren. Een bibliotheek staat hier tot hun beschikking; en er  is en ook elektrisch licht in de studie-vertrekken. Voor veel families is elektrisch licht te duur om aan te schaffen…Deze jongens en meisjes zeggen dikwijls, dat ze wel graag bij ons zouden willen komen voor de catechese. Maar ze kunnen of mogen dat niet vanwege hun familie: iedereen hier is nu eenmaal “moslim” en daar mag je niet van af wijken. De onderlinge verhoudingen zijn echter heel goed met elkaar.

GEVANGENIS

Ik ben aalmoezenier van de gevangenis: er zitten 83 gevangenen, en drie er van zijn catechumeen, d.w.z. geen moslim. Ik ga er dikwijls catechese geven, maar de meeste gevangenen zitten er ook bij en luisteren mee. Ze hebben toch niet veel te doen.We proberen ze te helpen om iets te kunnen doen, zodat ze wat kunnen verdienen: kleren wassen, een groentetuintje onderhouden, schapen of geiten opfokken.

We worden hierbij ook een beetje geholpen door “prisoniers sans frontières”, een Franse hulp-organisatie. Ik spreek daar alleen maar Frans of Moore, maar die taal wordt daar practisch niet gesproken. (de mossie-taal  ken ik goed, omdat ik dit 44 jaar lang gesproken heb in de andere parochies, waar ik gewerkt heb.) Indien nodig wordt alles vertaald door een tolk.

DORI IS EEN BISDOM GEWORDEN IN 2005

In Dori hebben we geen gebrek aan priesters. Dit gebied is trouwens een voorrangsproject van de Missionarissen van Afrika.

De Pastoor is een Congolees, Jean Bipendo Useni (36 jaar, priester gewijd in 2001)

Dan hebben we  een Italiaan: Gabriele Pirazzo (65 jaar)

En nog een Congolees, Juvénal Sibomana, 35 jaar, en priester gewijd in 2004.

De enige  Nederlander ben ikzelf: Willy Burm, 70 jaar.

Verder nog een Poolse Stagiaire Marcin. De jonge priesters en de stagiaire leren allemaal de taal van de plaatselijke bevolking.

Willy Burm, op vacantie in Dongen, en onder doktersbehandeling, schrijft zijn brief over DORI.

De missie verleent ook onderdak aan de Bisschop van Dori zelf, Mgr. Joachim Ouedraogo, 44 jaar;  en de Econoom van het bisdom, Abbé Bertrand Sawadogo, priester gewijd in 2003, als ik me niet vergis. Deze twee laatsten zitten noodgedwongen bij ons, omdat we nog geen “bisschopshuis” hebben kunnen bouwen.

De gebouwen van de parochie van Dori zijn in tweeën gedeeld door een openbare zandweg van 25 meter breed die dwars door het terrein van de Missie heen loopt. Dit is een van de doorgangs-wegen van de stad.  Aan één kant woont de bisschop en drie van onze confraters. Daar staan ook onze bureaux.  Aan de andere kant staat de kerk, de eetzaal, en daar wonen dan  de andere confraters.

Als we na het middageten terug gaan naar onze kamers en de weg over moeten steken hebben we altijd wel de gelegenheid om een paar mensen te begroeten, die langs komen. Natuurlijk moet je ook goed uitkijken voor het verkeer, dat minder frequent is als in Nederland; maar daarom is het altijd beter om goed uit te kijken, want vooral de motorfietsen rijden heel vlug, en hebben soms moeilijkheden vanwege het vele zand.

En dit zijn dan zo ongeveer mijn eerste indrukken van DORI, waar ik nu een tweetal maanden verblijf, en waar ik nog lang hoop te mogen werken.”

Met vele groeten van Willy Burm


arr.cv.011206

Webmaster-NL

Vorige pagina